Arnhemse meisjes

Arnhemse meisjes zijn ovale koekjes van bladerdeeg die rijkelijk zijn bestrooid met suiker. We hebben dit koekje te danken aan bakker Hagdorn uit Arnhem. In 1829 ontwikkelde deze bakker het koekje dat wij nu steeds kennen als Arnhemse meisjes. Toentertijd was het nog een koekje van een gistdeeg maar dit werd door de meeste bakkers al snel aangepast naar een koekje van bladerdeeg. In dit bericht gaan wij van BakkersBaas je helpen bij het maken van dit eeuwenoude koekje. Uiteraard hebben we hier weer een stuk korstdeeg voor nodig. Uiteraard is het mogelijk om dit recept te halveren anders worden het misschien wel heel koekjes. Of je geeft ze weg aan je familie of vrienden.

Hollandse korst

Aanwijzingen:

• Baktemperatuur:   220° Celsius – Nadrogen op 130° Celsius.
• Baktijd:                ± 15 minuten.

Werkwijze:

• Zet een korstdeeg zoals in bovenstaande werkwijze wordt uitgelegd.
• De korst na het zetten even laten rusten.
• Korstdeeg uitrollen op 4 á 5 mm.
• Geef met een ribbelroller de uitrolrichting aan. Tip: dit doen we omdat de koekjes anders bij het bijrollen en afbakken allemaal anders krimpen.
• Steek in verband met een ronde steker (van 5 cm Ø) plakjes korstdeeg uit.
• Strooi wat suiker op je werkbank.
• Zet ook een bakplaat met bakpapier klaar.
• Leg hier 3 á 4 plakjes naast elkaar in de suiker. Tip: let erop dat de ribbeltjes die we eerder aangegeven hebben, allemaal dezelfde kant op staan.
• Bedek de plakjes ook met suiker.
• Rol ze met een kleine rolstok uit tot een ovaal model van ongeveer 9 cm.
• Schud het overtollige suiker eraf.
• Leg ze omgekeerd, tegen elkaar op de bakplaat.
• Laat ze ongeveer 20 minuten rusten.
• Bak de Arnhemse meisjes af.