Deze heerlijke koekjes worden in de bakkerij altijd rond de Kerstdagen gemaakt. Wil jij dit heerlijke koekje ook voor je familie en vrienden maken tijdens de Kerst? In dit artikel zal aan de hand van een recept duidelijk worden uitgelegd hoe jij deze koekjes thuis zelf kunt maken. Uiteraard kun je dit koekje ook de rest van het jaar maken en eten!
| Grondstoffen | Gram |
| Boter | 325 |
| Basterdsuiker | 300 |
| Zout | 2 |
| Ei | 50 |
| Zeeuwse bloem | 500 |
| Koolzuur | 5 |
Aanwijzingen:
- Baktemperatuur: 180° Celsius.
- Baktijd: ±15 minuten (tot ze goudbruin van kleur zijn).
Werkwijze:
- Zet een deeg zoals in deze werkwijze beschreven wordt en koel het deeg.
- Zet je bakplaat klaar en vet deze in met bakspray.
- Breng het deeg in verwerkbare toestand zodat je het uit kunt rollen.
- Strooi wat bloem op je werkbank.
- Rol het deeg uit tot een dikte van 3 mm en rol deze om je rolstok.
- Rol het deeg over de werkbank heen die is bestoven met bloem (dit is tegen het plakken).
- Steek met een kransjessteker Ø 6 cm de koekjes uit.
- Leg deze in verband op je werkbank en stof het overtollige bloem van de koekjes af.
- Strijk de koekjes licht met ei.
- Strooi er wat amandelschaafsel en suikerballetjes (greinsuiker) overheen en rol deze lichtjes aan met een rolstok.
- Zet de koekjes op de bakplaat en bak deze af.
- Tip: Het overtollige en gemengde amandelschaafsel met greinsuiker kun je bewaren. Deze kun je opnieuw gebruiken wanneer je een volgende keer kransjes gaat maken of bijvoorbeeld bij het maken van Jan Hagel.
